We spreken van rekenen-wiskundeproblemen wanneer het niet lukt om de juiste afstemming te realiseren tussen het onderwijsaanbod en de onderwijsbehoeften van het kind. Rekenen-wiskundeproblemen kunnen van tijdelijke aard zijn en kunnen dan met goede begeleiding worden opgelost.
We spreken van dyscalculie als de problemen ernstig en hardnekkig zijn.
Er is een duidelijke discrepantie tussen de ontwikkeling van het kind in het algemeen en zijn rekenwiskundige ontwikkeling.
Ondanks deskundige begeleiding laat het kind te weinig vooruitgang zien. Waarschijnlijk spelen belemmerende kindfactoren een rol. Kinderen met dyscalculie hebben langere tijd ondersteuning nodig.
Begeleiding
- Probleemanalyse door het afnemen van rekentoetsen en een diagnostisch rekengesprek. Doorlopen van 5 niveaus van hulp om te bepalen welke vorm van hulp het kind nodig heeft.
- Vormgeven van de begeleiding op grond van verkregen informatie. Hierbij is het handelingsmodel (van concreet handelen naar formele berekeningen) uitgangspunt. Waar nodig wordt gebruik gemaakt van hulpkaarten en stappenschema’s. Tijdens de begeleiding wordt voortdurend nagegaan of het kind voldoende profiteert van de rekenhulp.
- Regelmatig vindt een evaluatie plaats ten opzichte van gestelde (tussen)doelen.